Bitloos Paardrijden
Schuimen
Speeksel en schuim
De mens maakt gemiddeld 1,5 à 2 liter speeksel aan per dag. Het paard maakt gemiddeld 38 liter speeksel aan per dag.
Het meeste hiervan wordt aangemaakt tijdens het eten en tijdens lichamelijke inspanning en sport.
Speeksel bestaat grotendeels uit eiwit. Eiwit stolt door het kauwen op dezelfde manier als door het 'opkloppen' wat
we doen als we een toetje maken met opgeklopt eiwit. Door het roeren en kloppen wordt het eiwit stijf, het wordt
witter en gaat schuimen. Speeksel dat niet tijdig wordt weggeslikt, loopt òf de mond uit òf wordt opgeklopt door de kauwbewegingen en wordt schuim.
Wanneer er iets in de mond ligt, dan volgt automatisch de reflex van speekselvorming en daardoor vaker (moeten) slikken.
Het bit alleen al kan zorgen voor speekselaanmaak (leg zelf maar eens een paperclip in je mond, dan voel je
wat er gebeurt). Bepaalde bitmaterialen zorgen ook voor meer speeksel dan andere. Om dit speeksel weg te werken, moet het paard (vaker) slikken
en dan volgen automatisch ook de kauw- en/of sabbelbewegingen. En aangezien er van het paard arbeid gevraagd wordt, en eten en
arbeid (en ook vluchten) tegelijkertijd niet samengaat, kan het speeksel niet snel genoeg weggeslikt worden.
Schuim is lastiger weg te slikken dan speeksel, omdat het vrij dik en kleverig is, en zo kan overmatig schuim als kwijl de mond uit lopen en dit is hoe dan ook
een teken dat het paard niet of onvoldoende zijn slikbewegingen kan maken.
Al met al kan het voor een paard tijdens het rijden behoorlijk lastig zijn om het speeksel en het schuim weg te
slikken. Uit de studie van Hilary Clayton over
bitten en het McPhail onderzoek (beide webpagina's zijn helaas offline gehaald)
blijkt wel dat paarden met een bit in de mond kunnen slikken, maar in deze betreffende studies is alleen gekeken naar paarden
die op een lopende band galoppeerden, met het hoofd afgebogen, zonder ruiter, zonder enige vorm van teugeldruk en met een
enkelgebroken trens of een Myler comfort trens. Het zegt dus nog niets over het slikken tijdens het rijden/trainen wanneer daar teugeldruk
(en dus druk op de tong) aan te pas komt.
Schuim is bij een paard dus geen bewijs van nageeflijkheid of losgelatenheid. Ook geeft het niet altijd geen uitsluitsel
over spanning of ontspanning; hiervoor zul je goed naar het paard zelf moeten kijken en goed voelen hoe
je paard aanvoelt (spierspanningen in het lichaam (hals/nek, rug, lendenen), spierspanning in de keel, kaken, neus en mond, uitdrukking in
de ogen, stand van de oren, etc.).
Schuim heeft ook niets met goed rijden te maken. Schuimen is geen teken van dat het bit
aangenomen wordt, of dat het bit goed zou passen, of dat het bit als aangenaam ervaren wordt, of dat er
"goede arbeid" wordt verricht of wat dan ook in die richting. Schuimen is een simpel gevolg van overvloedig
speeksel wat niet op tijd weggewerkt kan worden.
Ook zonder bit kan een paard schuimen. Dit kan ontstaan door zowel spanning als ontspanning.
Ontspanning (in training)
Wanneer een paard volledig ontspant, en volledig nageeflijk is in zijn lichaam, is ook de kaak ontspannen en
daarmee ook de tongbeenspieren. De tongbeenspieren gaan weer over naar de spier die via de onderkaak naar het
borstbeen loopt aan de onderkant van de paardenhals. Is die halsspier ontspannen, dan zal het paard afknikken in de
nek, waardoor de ruimte achter de onderkaak smaller wordt. Hierdoor ontstaat er een lichte druk op de
oorspeekselklieren, begint het speekselen en wanneer het paard op het speeksel gaat kauwen, komt het schuim.
Pas door een ontspannen tong is een paard in staat na te geven en de
kaak te ontspannen. De onderkaak van het paard bij een bitloos hoofdstel zal in ontspanning lichtjes meebewegen in het ritme van het rijden. Dat meebewegen geeft
al een klein beetje schuimvorming dat ontstaat op het beetje speeksel dat het paard altijd al in zijn mond heeft.
(Dr. Hilary Clayton geeft met grafieken
op haar site aan dat alleen bij een halster
en een bitloos hoofdstel de tong van het paard volkomen in rust ligt).
Observatie van bitloos gereden paarden laat ons zien dat de onderkaak bij deze paarden ontspannen is. De onderkaak beweegt ook af en toe. Dat is niet het echte
'kauwen', maar lijkt op een soort van
'kauwende' beweging en kan gewoon ontstaan door het ritmische rijden. Blijkbaar is het de bewegende onderkaak die wat meer speeksel oproept, die dan door
de beweging als bescheiden schuim op de lippen komt.
Het schuim dat bij bitloos vanuit ontspanning komt, is niet zo overvloedig zoals vaak bij een bit. Schuim bij bitloos is dus heel lichtjes en vormt
een klein randje rond de lippen.
Spanning
Wanneer een paard nièt ontspannen of zelfs gestresst is, kan het ook schuimen. Oorzaken kunnen zijn: druk op de tong, gebitsproblemen (bijvoorbeeld haken), de ruiter (door de manier van rijden, de wijze van hulpen geven, het paard "in de krul te rijden"), het zadel dat niet goed past, je paard die externe omgevingsfactoren toch wel erg spannend vindt, angst, pijn, onzekerheid, etcetera. Dan zal het paard overdreven kauwbewegingen maken; deze bewegingen in de kaak en mond zorgen voor overmatige speekselvorming en wanneer het paard blijft kauwen, ontstaat het schuim.
Het fenomeen "kwijlen" (overmatig schuim dat de mond uit loopt) zie je alleen bij gespannen paarden. Deze paarden
bewegen hun onderkaak niet, maar zetten de kaken en de omliggende spieren vast en het speeksel loopt uit de mond.
Wanneer paarden grote luchtbellen in hun schuim hebben, zijn er meestal problemen met hun tanden of kiezen.
Soms kan een paard ook tijdens een ontspannen buitenrit schuimen. De oorzaak hiervan kan twee kanten op; zie hierboven (spanning en ontspanning). Ook wanneer je denkt dat de buitenrit voor je paard ontspannen is, kunnen er toch factoren zijn waardoor je paard het nièt als ontspannen ervaart, zoals het in hebben van een bit.
Functie van de tong bij het slikken
Van groot belang is dat de tong in de mond kan worden bewogen om het speeksel weg te kunnen slikken. Bij de meeste bitten - in combinatie met de ruiterhand - is dit niet mogelijk;
bij veel rijmethodes (harde handen, lage handen, pianohanden, zagen/knijpen/trekken, in de krul rijden, enzovoorts) en bitten met een strenge inwerking, wordt de tong afklemd,
de tong in de onderkaak gedrukt of de tong naar achteren getrokken. In deze gevallen kan een paard niet (voldoende) slikken, zal
dit toch continue willen proberen door te gaan kauwen, bijten of sabbelen, wat resulteert in nog meer speekselvorming en nog meer schuim.
Wil je enig idee hebben hoe het is voor een paard om iets in zijn mond te hebben, tegelijkertijd arbeid te moeten verrichten en niet of nauwelijks kunnen slikken, probeer
dan het volgende eens:
- houd je mond gesloten, leg je tong op de bodem van je onderkaak en probeer te slikken; vind je dit lastig, probeer dan het volgende:
- houd je mond gesloten, leg je tong op de bodem van je onderkaak en trek 'm nu iets naar achteren en probeer te slikken; gaat dit nog lastiger, probeer dan dit:
- houd je tong op de bodem van je onderkaak en iets naar achteren, en open nu je mond een klein stukje; je kunt nu helemaal niet meer slikken.
Als je bovenstaande oefeningen wat langer volhoudt, en je probeert je voor te stellen dat het niet mogelijk is om je tong weer vrij te kunnen bewegen en normaal te kunnen slikken, dan realiseer je je dat je het in gedachten behoorlijk benauwd krijgt en angstig wordt. Vergelijk het ook maar eens met een bezoek aan je tandarts en jij bijvoorbeeld een verdoving krijgt en jij je tong enkele minuten niet mag bewegen. Wat ben je opgelucht wanneer dit weer mag en kan! Zo zorgerlijk en angstig voelt een paard zich ook wanneer zijn tong door een bit wordt ingedrukt of afgeklemd.
Slikken en lichamelijke inspanning tegelijkertijd
Geen moeder zal haar kind toestaan rond te rennen buiten terwijl het een appel eet. Ze weet namelijk instinctief dat een kind deze twee dingen niet tegelijk kan doen: het kind eet of het kind rent. Dat geldt ook voor een paard. Hij kan niet diep ademhalen met iets in zijn mond, of dat nou voedsel is of een vreemd voorwerp als een bit. In het wild heeft een rennend paard een gesloten mond, de lippen gesloten, een ontspannen en onbeweeglijke tong en onderkaak en een lege en relatief droge mondholte. Een bit verbreekt de geslotenheid van de lippen, opent de mond, veroorzaakt beweging van de tong en onderkaak, roept speekselen op en belemmert het paard in zijn mogelijkheid om adem te halen. Afgezien van de pijn en angst die een bit kan oproepen, is de aanwezigheid van een bit niet verenigbaar met training en arbeid. Een galopperend paard ademt in bij iedere pas. Als de ademhaling beperkt is, of zelfs verkrampt, dan is de beweging (locomotie) dat ook.
Slikken en ademhalen tegelijkertijd
Op het moment dat je slikt, stop je even met ademhalen. Je kunt het niet tegelijkertijd, probeer het maar eens. Het is òf slikken òf ademhalen.
Een paard kan ook niet tegelijkertijd ademen en slikken. Als een paard ademhaalt onder het lopen, wordt de slokdarm afgesloten en de luchtpijp helemaal opengezet.
Theoretisch gezien zou de door het bit opgewekte kauwreflex, die maakt dat het paard wel mòet slikken, een paard veel energie moeten kosten.
En dat zou weer betekenen dat een bitloos gereden paard met minder inspanningen zijn werk kan doen.
Gerelateerde blogs
- Bitten kunnen het ademhalingsmechanisme bij paarden verstoren
- Zo hard of zo zacht als de ruiterhand
- De tong van het paard
- Alle artikelen en blogs onder Leesvoer
Schuimen is een blog van Bitloos Paardrijden.
Auteur: Petra Mensink, d.d. 12 november 2008.
Copyright ©2008 Bitloos Paardrijden, all rights reserved.